Museum



DOWNTOWN FASHIONWEEK REPORT: TO THE FUTURE AND BACK

 
Hoe verhoudt de hedendaagse mode zich tot het verleden? Op deze vraag gaf mode-conservator Bianca du Mortier antwoord in haar Masterclass ‘Back to the future’, tijdens het MBFWA downtown-programma ‘Zalando presents 10 days of Downtown’ in het Rijksmuseum. Daarnaast sprak mode-ontwerpster Esther Dorhout Mees over haar werk en presenteerde zij een muzikaal tableau vivant op de Eregalerij.
 
AMSTERDAM FASHION WEEK DOWNTOWN S15

 
Een masterclass over de modegeschiedenis en verbanden met de hedendaagse mode is een welkome verdieping in het modegeweld tijdens de Mercedes-Benz Fashion Week Amsterdam. In het auditorium van het Rijksmuseum werden 300 belangstellenden verwelkomd, van journalisten, modeprofessionals tot fashionista’s en andere geïnteresseerden. De mode-conservator van het Rijksmuseum, Bianca du Mortier trapte af met een presentatie waarin oude technieken en gebruiken moeiteloos verbonden werden aan de meest recente collecties van bekende ontwerpers.

rijksmuseum bruidsjurk

 
Kunst van het borduren
Mode is een eeuwenoud fenomeen en niet dikwijls worden oude technieken opnieuw gebruikt, zij het met een moderne twist. Zo is een geborduurde jurk uit de zomercollectie 2014 van Oscar de la Renta gemakkelijk terug te voeren op een ouder ontwerp: de bruidsjurk van Helena Slicher (1737-1776), die ze droeg toen ze trouwde met Aelbrecht baron Slingeland (1732-1801). Eeuwenoude grafures en prenten laten zien dat de kunst van het borduren daadwerkelijk een kunst is.

Bont en veren
Ook sprak Du Mortier over andere technieken die ieder kledingstuk tot leven kunnen wekken, van 3D-bloemenapplicaties tot het gebruik van bont en veren. Waar bont vroeger via de leerlooier bij de bontwerker kwam, wordt bont inmiddels ook in andere vormen geproduceerd: gekleurd en synthetisch. Fendi en Alexander McQueen zijn ontwerpers die hier graag mee werken. Met de nieuwste technieken is het ook mogelijk om bont in een andere stof te laten overlopen, hetgeen voor een spannend effect zorgt.

Met de hand
Ook het kantklossen komt aan bod; een kunstig ambacht, wat ook in het heden een plek heeft gevonden in de mode. De komst van machinaal kantklossen is weliswaar een feit; de echte kenner ziet de kwaliteit van het met de hand gekloste kant. Tevens wordt een relatief nieuwe techniek aangewend; het gebruik van reptielenhuid, veelvuldig gebruikt in hedendaagse collecties van Miu Miu en Lanvin.

De grote hamvraag is natuurlijk: waarom terug grijpen op vroeger? “De maatschappij verandert, de tijdsgeest en technieken veranderen, maar het gaat nog steeds om het lichaam”, verklaart Du Mortier.

 
AMSTERDAM FASHION WEEK DOWNTOWN S15

 
Uiten zonder woorden
“Kleding is voor mij een uiting zonder woorden”, zegt mode-ontwerpster Esther Dorhout Mees in het daaropvolgende interview, “mijn gedachten gaan door mijn potlood”. Inspiratie kan door van alles zijn, een situatie, een patroon, een gedachte. Zo deed ze onderzoek naar de trillingen in water, die uiteindelijk ook in verband staan met gedachten en emoties, want ons lichaam bestaat ook voor een groot deel uit water. In een andere collectie werd ze geïnspireerd door de nerven en het ringenpatroon van bomen, hetgeen ze vertaalde in spannende prints. Het proces van idee tot volledige collectie duurt zeven maanden, waarbij het proces minstens zo belangrijk is als het eindresultaat.

 
AMSTERDAM FASHION WEEK DOWNTOWN S15

 
Droomwereld
De afsluiting van het Downtown-programma op dag 6 was een muzikaal tableau vivant, waarbij een compilatie van de laatste drie collecties van Dorhout Mees werd getoond op de Eregalerij. De modellen werden bijgestaan door verschillende muzikanten en een zangeres, die een prachtige droomwereld creëerden tussen de grootmeesters in de kunst.

Beelden: Peter Stigter via Waldorf Salon en Rijksstudio

Geplaatst op: July 14th, 2014
Categorieën: Fashionweek, Media, Mode, Museum, Nieuws, Report

DE SHOW VAN GIJS + EMMY: HOE SIERADEN EEN MODE-ITEM WERDEN

 
Het Stedelijk Museum wijdt een tentoonstelling aan mode- en sieradenontwerpers Gijs Bakker en Emmy van Leersum. Waarom is een modeshow uit 1967 nog steeds relevant voor het modebeeld van nu? 
 Kachelpijp collier en armband_ foto matthijs schrofer_original 614
Het is 12 mei 1967 als het Stedelijk Museum de tentoonstelling Edelsmeden 3 presenteert. Mode- en sieraadontwerpers Gijs Bakker en Emmy van Leersum presenteren hun sieraden tijdens een modeshow. Het werd baanbrekend; er wordt nog steeds gesproken van ‘voor’ en ‘na de show’, aldus conservator Marjan Boot.

Statussymbool
Gijs Bakker (1942) en Emmy van Leersum (1930-1984) vertegenwoordigden in de jaren zestig en zeventig een nieuwe stijl; mode, accessoires, fotografie, dans en performance vloeiden in elkaar over.  Hoewel het nu de normaalste zaak van de wereld is dat een statementketting of zogeheten arm candy een onderdeel van een outfit is, was dat in die tijd volledig nieuw.  Voor de show werd het ontwerpduo gezien als traditionele edelsmeden, daarna als vernieuwende sieradenontwerpers. Door de stijl van Gijs en Emmy nam het sieraad afscheid als statussymbool en verwierf een nieuwe status als mode-accessoire.

Provocatie
Naast de veranderde status van het sieraad betekende de show in 1967 ook verandering van presentatievorm. Waar een show vroeger voor de rijken was die sieraden konden betalen, werd deze show van Gijs en Emmy een provocerende mix tussen mode, kunst en vormgeving. Sieraden werden niet langer in een vitrine gelegd, maar tentoongesteld op echte modellen. Voor het eerst werden sieraden gekoppeld aan de mode, zo werden kettingen geïntegreerd in de halslijnen van speciaal ontworpen mini-jurkjes in A-lijn, veelal uitgevoerd in zijde.

Kachelpijp
Met de komst van het nieuwe sieraad kwam er ook een ander materiaal. Parels en diamanten werden ingeruild voor aluminium, kachelpijp en roestvrij staal. De ‘kettingen’ werden uitgevoerd in grote abstracte vormen, zodat het enorme kragen leken. Dankzij het nieuwe materiaal voelde het allemaal vederlicht. Het Kachelpijpcollier is hèt symbool geworden voor deze nieuwe manier van denken; de truttigheid en het burgerlijke imago van het sieraad waren definitief voorbij.

Imago
Het succes van de show uit 1967 was ongekend; van Amsterdam tot aan Amerika droegen vrouwen de outfits en sieraden, die zich in de minimalistische en sculpturale ontwerpen herkenden. De bekendheid verspreidde zich razendsnel. De ontwerpers zelf waren zich ook bewust van hun eigen imago; tijdens officiële gelegenheden hulden ze zich steevast in hun eigen ontwerpen. Iets wat menig mode-ontwerper inmiddels graag doet, denk bijvoorbeeld aan Viktor & Rolf en Victoria Beckham.

 ruimtevaartmode
Ruimtevaartmode
De sensatie van de show van Gijs en Emmy wordt tot leven gewekt in drie zalen van het Stedelijk Museum. Ontwerper Bart Hess heeft in opdracht van het museum een openingsfilm gemaakt, met backstagebeelden en originele geluiden van de show. De zaal daarachter laat draaiende poppen met de sculpturale halsobjecten zien, gehuld in fuchsia en turquoise zijden jurkjes en jumpsuits, naar origineel ontwerp. Ook is er ruimte voor de modeshow van Gijs en Emmy uit 1970, waar ze ruimtevaartachtige pakken in strak polyester presenteerden.  Erogene zones werden voorzien van protheses en verwezen daarmee naar de seksuele vrijheid en het verlangen naar de toekomst. De ruimtevaartmode staat ook symbool voor de vernieuwing en tijdsgeest, waarin er voor het eerst een jong publiek werd aangesproken en deze voor het eerst een serieuze doelgroep werd.
 
‘De show van Gijs + Emmy’ is nog te zien tot en met 24 augustus in het Stedelijk Museum. 
Bovenste beeld: Sonja Bakker met Kachelpijpcollier en –armband van Gijs Bakker, 1967. Foto: Matthijs Schrofer.
 

Geplaatst op: July 8th, 2014
Categorieën: Mode, Museum, Nieuws

Museum report: Step in the world of Iris

Ze studeerde zes jaar geleden af en nu al is Iris van Herpen (1984) een van de grootste modeontwerpers van Nederland. En hoewel er vorig jaar al een tentoonstelling in het Centraal Museum werd georganiseerd met werk van Van Herpen, doet het Groninger Museum daar nu een schepje bovenop met een solotentoonstelling.

Iris van Herpen is pas een paar jaar bezig en toch al een grote naam in de mode-industrie. Tijdens haar studie aan de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem liep Iris stage bij Alexander McQueen in Londen. In 2007, een jaar na haar afstuderen startte ze haar eigen modelabel. Vanaf toen ging het snel; er volgden shows in Parijs, Londen en natuurlijk Amsterdam. Lady Gaga is een groot fan en ook zangeres Björk wordt gespot in een ontwerp van Van Herpen. Toonaangevende modetijdschriften als Vogue, Número en Harper’s Bazaar staan in de rij. En hoewel Iris van Herpen pas net begonnen is (ze noemt zichzelf nog een ‘groentje’), is haar werk al vaak genomineerd en geprezen. Zo won ze al verscheidene prijzen: de Mercedes-Benz Dutch Fashion Award, Dutch Fashion Incubator Awards, Dutch Accessory Awards, de Dutch Designer Awards (RADO) en de Dutch Media Awards. Haar 3D-jurk werd door Time Magazine uitgeroepen tot één van de beste vijftig uitvindingen van het jaar.

Een plens
Een opvallende modeontwerper is ze zeker. Op unieke wijze combineert Iris van Herpen verschillende technieken in haar werk. Traditioneel vakmanschap en noest handwerk gaan samen met innovatieve technieken. Ze begon met fijne, handgemaakte bewerkingen van metaal en leer. Wat krijg je dan? Jurken die deden denken aan half vergaan hout, skeletten en insecten. Nu print ze 3D-jurken en bewerkt ze leer in dunne reepjes met een porselein-look. En voor haar collectie Crystalisation (2010) bootste ze een plens water na, die over je heen komt. Simpelweg door met veel geduld een plaat plastic met een föhn in de juiste vorm te boetseren. Uitgangspunt voor haar werk; ‘een vorm van zelfexpressie, waarbij associaties en fascinaties over de werkelijkheid van alledag vertaald worden naar een collectie’. Zo werden de roompluimen bij de Botlek (Havengebied bij Rotterdam, red.) inspiratie voor haar collectie Smoke. Voor de draagbaarheid hoef je het niet te doen, maar de nieuwe silhouetten zijn zeer indrukwekkend. Veelal grote schouderpartijen met ingewikkelde structuren en rokken met volumineuze vormen. Sculpturen die organisch en futuristisch aan doen.

Kronkels
De sterke sculpturen krijgen de meeste aandacht in het Groninger Museum. In Utrecht lag die aandacht anders; daar werden werk en inspiratie van Van Herpen vergeleken met de eigen collectie van het museum. Gelukkig is er in Groningen wel veel aandacht voor de kleding. In zeven zalen maar liefst, waar kale poppen de kledinghangers zijn van Iris’ werk. Een zwarte jurk bestaande uit ronde buisjes plastic die nauwkeurig aan elkaar geregen zijn en samen een kronkelend geheel vormen op de pop. Of het mooie in punten uitlopende jurkje van plexiglas. Verderop een ingewikkeld vlechtwerk van reepjes leer, een korset met indrukwekkend hoge mouwtjes, eveneens van gevlochten leer. En ook heel prachtig; de gevouwen kragen van roomwitte stof die de halslijn en schouders bedekken, waar een schelp het uitgangspunt voor was. Met trends heeft het niets te maken, deze collecties staan op zichzelf. Zoals haar collectie Radiation Invasion, waar Iris onzichtbare straling en signalen voor telecommunicatie als uitgangspunt nam. Met leer mouleerde ze rond de pop, zodat er een gelaagde kronkelende structuur ontstond, die de straling verbeelde. Iedere collectie heeft een eigen thema of verhaal.

Catalogus
Naast de kledingstukken ook foto’s van Bart Oomes, die haar werk fotografeerde. Zonder poppen of modellen, zonder opsmuk. Hierin staat het ontwerp centraal, als een autonoom kunstwerk. Door mooie belichting en belijning even mooi als de ontwerpen zelf. Gelukkig zijn de foto’s ook terug te zien in de prachtige catalogus (het eerste boek over het werk van Iris), begeleid door een essay van mode journalist Jean Paul Cauvin.

Verdieping
Een solotentoonstelling van zes jaar portfolio, kan dat? Ja, met Iris kan dat. Maar toch mist er iets in Groningen. Zo werd er geen aandacht besteed aan de samenwerkingen met andere ontwerpers, zoals die met schoenenmerk United Nude. En door de statische opstelling bleef het voor een modeleek gissen naar de verhalen achter haar collecties. Een projectie van shows dan wel interviews met Iris hadden de boodschap beter overgebracht. Ook waren schetsen en andere inspiratiebronnen een interessante verdieping geweest op het tentoongestelde werk. Over de tentoonstellingen zei de ontwerpster zelf: “in Utrecht heb ik vooral laten zien hoe het allemaal begint, hier het resultaat”. Ze wilde de overlap zoveel mogelijk vermijden. Toch jammer, want bij een solotentoonstelling wil je alles weten, van begin tot eind. Een stap in de wereld van Iris, maar hopelijk kunnen we de volgende keer wat langer ronddwalen.



De eerste solotentoonstelling van Iris van Herpen is nog tot 23 september te zien in het Groninger Museum.

Geplaatst op: July 25th, 2012
Categorieën: Media, Mode, Museum, Nieuws, Report