Report



De stuiterende parabolen van Johannes Offerhaus

Hoe kan je een parabool integreren in een modecollectie? Het was het uitgangspunt van de nieuwe collectie van Johannes Offerhaus. Hij presenteerde een experiment met parabolen, bestaande uit modellen en technische installaties.

“Mijn werk is een groot onderzoek naar vorm en beweging waarbij draagbare kleding voor mij niet het enige eindproduct hoeft zijn,” licht Offerhaus toe in een persbericht. In zijn vorige collectie draaide het om zwaartekracht. Nu stond de vergelijking van ‘een vlakke tweedegraads kromme die kan variëren’ centraal.

De vijf installaties, gemaakt van hout en stof, verwijzen naar de vijf verschillende silhouetten in de collectie, die door modellen in beweging worden gebracht. Een model trekt aan een trechtervormige object van parachutestof, dat vervolgens op en neer stuitert. “De vermenigvuldiging van inspanning en beweging resulteert in het in- en openvouwen van de installatie,” aldus Offerhaus. Kleding is immers gemaakt om te bewegen.

Studio 8, de locatie van Offerhaus’ presentatie, sluit naadloos aan op zijn werk. Het is een 360 graden ruimte zonder hoeken; waarbij de vorm en beweging benadrukt wordt. Door de volledig witte ruimte krijgen de installaties en modellen alle aandacht.

Wiskundige vergelijking staat centraal bij Johannes Offerhaus

Johannes Offerhaus (1993) is een veelbelovend modetalent. Hij won Kunstbende in 2009, waarna hij stage ging lopen bij Viktor & Rolf. In 2016 studeerde hij cum laude af aan de opleiding Fashion Design aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem. In al zijn ontwerpen komen vorm en beweging terug. Zijn afstudeercollectie met ronddraaiende rokken, genaamd ‘Centrifugal Systems’, was een onderzoeken naar zwaartekracht en vorm. Zijn werk kon toen al op lovende reacties rekenen en leverde hem enkele maanden later de Frans Molenaar Couture Award 2016 op.

Beeld: Lucas Christiansen

Geplaatst op: November 23rd, 2017
Categorieën: Mode, Nieuws, Report

Schueller de Waal SS18: een knipoog naar spektakelshows als Chanel

Bij het World Fashion Centre Amsterdam denk je niet meteen aan glamour en luxe fashion. Het is een ietwat kille bedoening, veel glas, tegels en staal. Toch is dit volgens Philipp Schueller (1983) en Rens de Waal (1984) de perfecte locatie voor de SS18-catwalkshow. De presentatie was een knipoog naar de spectaculaire modeshows van grote modehuizen.

Tijdens de internationale modeweken gaat de meeste aandacht uit naar de zogeheten ‘spektakelshows’, zoals die van Chanel. Het Franse modehuis pompt miljoenen euro’s in de shows; de juiste it-modellen lopen mee, belangrijke gasten worden ingevlogen en het decor moet veel indruk maken. Zo liet Karl Lagerfeld in de afgelopen seizoenen een casino, supermarkt en de Eiffeltoren nabouwen en een raket opstijgen. Zie daar als onafhankelijk klein modelabel maar eens antwoord op te geven.

Schueller De Waal nemen daarom de bekende spektakelshows op de hak. Een klein modelabel moet immers ‘zijn imperfecties omarmen’, stellen de ontwerpers. Om de show te financieren werd een crowdfunding campagne gestart op Voordekunst.nl. Daar kondigden ze hun knipoog naar de mode al aan: “ ‘Serious fashion…not so serious’ is ons motto; een kritische reflectie op het huidige modeklimaat waarin mode en luxe een onlosmakelijke eenheid zijn geworden. Wij zien het graag anders en vertalen ons droomscenario in een idealistische, humoristische en autonome designvisie.”

Het World Fashion Centre in Amsterdam, waar het modeduo ook zijn kantoor heeft, werd het toneel voor de catwalkshow. De open ruimte in Toren 4 wordt omarmd door balustrades van hogere verdiepingen en heeft twee ‘raket-achtige’ liften, die wel iets weg hebben van de raket van Chanel. Een rookmachine, bombastische muziek en een geselecteerd modegezelschap doen de rest.

Schueller De Waal: “Realiteit met humor benaderen”

De miljoenen die Chanel voor een catwalk spektakel neerlegt zijn natuurlijk niet beschikbaar bij een modelabel als Schueller De Waal. De SS18-collectie had aanvankelijk vijftien looks, maar Schueller De Waal wilde een zo groot mogelijk arsenaal aan modellen laten lopen als referentie aan de spektakelshows. Het modeduo werkte de collectie daarom uit met eigen middelen. Elk los item vormde de basis voor een op zichzelf staande look, met eigen materialen. Het resulteerde in een collectie van zestig looks, vervaardigd in ‘collage-stijl’.

De ontwerpen werden voorzien van onder meer prijskaartjes, afdankers van WFC-medewerkers en oud stock-materiaal. Zo werden de jumpsuits uit de recente resort collectie opnieuw gebruikt. Ook knipten de ontwerpers items uit eerdere collecties en proefontwerpen aan stukken en verwerkten ze in nieuwe creaties. Klassieke elementen werden gedeconstrueerd, vervormd en opnieuw geïnterpreteerd. Het leverde een unieke combinatie van print, texturen en decoraties op. Stug katoen werd versierd met kristallen en werden er demi-couture jurken gemaakt van goed uitgevoerde jurken. Het ene item was mooier dan het andere, maar dat was ook de bedoeling volgens de ontwerpers, die het bestempelden als ‘een balans tussen goed en kwaad’.

Philipp Schueller en Rens de Waal: “Met ‘compulsory shanihans’ presenteren we een luid signaal, waarmee we de moeilijke realiteit van de onafhankelijke ontwerper op een positieve manier benaderen. Als echte ‘mode-shenigans’ (letterlijk: cheaters, maar op een schattige manier) presenteren we cut-up glamour met een overdosis humor!” En die missie was zeker geslaagd, want na de show verlieten de genodigden met een glimlach het World Fashion Centre.

Na jaren professionele ervaring opgedaan te hebben bij verschillende internationale modehuizen zoals Hugo Boss, besloten ontwerpers Philipp Schueller (1983) en Rens de Waal (1984) hun krachten te bundelen en een nieuwe richting in te slaan. Ze wilden hun commerciële ervaring koppelen aan hun eigen artistieke visie. Dat leidde in 2014 op het oprichten van hun eigen lijn en designstudio Schueller De Waal.

Beeld: Team Peter Stigter

Geplaatst op: September 13th, 2017
Categorieën: Mode, Nieuws, Report

MBFWA REPORT: JONATHAN CHRISTOPHER HOMME SS15


Op de zondagavond van de Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam was het de beurt aan Jonathan Christopher Homme, die zijn collectie Nexum (SS15) presenteerde. In een bomvol Transformatorhuis op het Westergasterrein werden sportieve en klassieke elementen samengebracht op een stomende catwalk.

De catwalk was omgetoverd tot ‘swamp of life’; gedecoreerd met donkere takken, mist en origami vogels boven de catwalk. De modellen verschenen op hun kwetsbaarste moment; vol littekens, bezweet, onder het stof en hun haar woest naar voren, alsof ze net uit het moeras kwamen. De ontwerper ziet zichzelf als een vrije geest die rondwaart in een moeras; gebonden door de stappen die je zet, maar ‘wat er ook gebeurt, altijd positief blijven’. En zo kwam er toch een positief geluid uit het moeras.

614

transparante blouse jc614

Transparant
De collectie was stoer en kwetsbaar tegelijk, met leer als hoofdmateriaal en transparante details. Zo zagen we leren broeken met doorschijnende tops en ruimvallende blouses, afgewisseld met grofgebreide wollen stukken en klassieke shorts. De transparante inzetten lieten niets aan de verbeelding over en tonen strak afgetrainde torso’s, waar af en toe een litteken doorheen schemerde.

Spannende stofjes
Zwart was de hoofdkleur van de collectie, afgewisseld met grijstinten en oranje accenten. Geen vernieuwend kleurenpallet, maar door materiaalkeuze nog altijd fris en stoer. Jonathan Christopher heeft een neus voor spannende stofjes; zo gebruikte hij leer, chiffon, crêpe wol en zijde. Comfortabele materialen werden gemakkelijk gemixt met ruige, soms stugge stoffen. De leren tassen en riemen werden ook door Jonathan Christopher ontworpen.

transparante top jc 614

tweed pak kleurverloop jc 614

Kwestbaar
Opvallend is de combinatie tussen klassieke elementen en sportieve stukken. Een geperforeerd leren bomberjack viel op door de verschillende kleurschakeringen en werd gecombineerd met een klassieke short. “Geperforeerd leer waar een andere stof doorheen schijnt symboliseert de kwetsbaarheid”, lezen we in het persbericht. Ruimvallende stukken hadden de overhand in de collectie.

Genderstructuren
In vorige collecties zagen we naast de terugkomende transparante stoffen ook slepen en rokken, die de verschillen tussen de genders ophieven. Dit keer zat de vrouwelijkheid in de tops met watervalhals, lange blouses tot op de knie, en decolletés met strass steentjes. Ook werden klassieke pantalons uitgevoerd als strakke glimmende shorts. Het is kenmerkend voor Jonathan Christopher; altijd op zoek naar de genderstructuren, en niet bang om deze ter discussie te stellen.

Beelden: Fashion Rollers

Geplaatst op: July 14th, 2014
Categorieën: Fashionweek, Media, Mode, Recensie, Report

DOWNTOWN FASHIONWEEK REPORT: TO THE FUTURE AND BACK

 
Hoe verhoudt de hedendaagse mode zich tot het verleden? Op deze vraag gaf mode-conservator Bianca du Mortier antwoord in haar Masterclass ‘Back to the future’, tijdens het MBFWA downtown-programma ‘Zalando presents 10 days of Downtown’ in het Rijksmuseum. Daarnaast sprak mode-ontwerpster Esther Dorhout Mees over haar werk en presenteerde zij een muzikaal tableau vivant op de Eregalerij.
 
AMSTERDAM FASHION WEEK DOWNTOWN S15

 
Een masterclass over de modegeschiedenis en verbanden met de hedendaagse mode is een welkome verdieping in het modegeweld tijdens de Mercedes-Benz Fashion Week Amsterdam. In het auditorium van het Rijksmuseum werden 300 belangstellenden verwelkomd, van journalisten, modeprofessionals tot fashionista’s en andere geïnteresseerden. De mode-conservator van het Rijksmuseum, Bianca du Mortier trapte af met een presentatie waarin oude technieken en gebruiken moeiteloos verbonden werden aan de meest recente collecties van bekende ontwerpers.

rijksmuseum bruidsjurk

 
Kunst van het borduren
Mode is een eeuwenoud fenomeen en niet dikwijls worden oude technieken opnieuw gebruikt, zij het met een moderne twist. Zo is een geborduurde jurk uit de zomercollectie 2014 van Oscar de la Renta gemakkelijk terug te voeren op een ouder ontwerp: de bruidsjurk van Helena Slicher (1737-1776), die ze droeg toen ze trouwde met Aelbrecht baron Slingeland (1732-1801). Eeuwenoude grafures en prenten laten zien dat de kunst van het borduren daadwerkelijk een kunst is.

Bont en veren
Ook sprak Du Mortier over andere technieken die ieder kledingstuk tot leven kunnen wekken, van 3D-bloemenapplicaties tot het gebruik van bont en veren. Waar bont vroeger via de leerlooier bij de bontwerker kwam, wordt bont inmiddels ook in andere vormen geproduceerd: gekleurd en synthetisch. Fendi en Alexander McQueen zijn ontwerpers die hier graag mee werken. Met de nieuwste technieken is het ook mogelijk om bont in een andere stof te laten overlopen, hetgeen voor een spannend effect zorgt.

Met de hand
Ook het kantklossen komt aan bod; een kunstig ambacht, wat ook in het heden een plek heeft gevonden in de mode. De komst van machinaal kantklossen is weliswaar een feit; de echte kenner ziet de kwaliteit van het met de hand gekloste kant. Tevens wordt een relatief nieuwe techniek aangewend; het gebruik van reptielenhuid, veelvuldig gebruikt in hedendaagse collecties van Miu Miu en Lanvin.

De grote hamvraag is natuurlijk: waarom terug grijpen op vroeger? “De maatschappij verandert, de tijdsgeest en technieken veranderen, maar het gaat nog steeds om het lichaam”, verklaart Du Mortier.

 
AMSTERDAM FASHION WEEK DOWNTOWN S15

 
Uiten zonder woorden
“Kleding is voor mij een uiting zonder woorden”, zegt mode-ontwerpster Esther Dorhout Mees in het daaropvolgende interview, “mijn gedachten gaan door mijn potlood”. Inspiratie kan door van alles zijn, een situatie, een patroon, een gedachte. Zo deed ze onderzoek naar de trillingen in water, die uiteindelijk ook in verband staan met gedachten en emoties, want ons lichaam bestaat ook voor een groot deel uit water. In een andere collectie werd ze geïnspireerd door de nerven en het ringenpatroon van bomen, hetgeen ze vertaalde in spannende prints. Het proces van idee tot volledige collectie duurt zeven maanden, waarbij het proces minstens zo belangrijk is als het eindresultaat.

 
AMSTERDAM FASHION WEEK DOWNTOWN S15

 
Droomwereld
De afsluiting van het Downtown-programma op dag 6 was een muzikaal tableau vivant, waarbij een compilatie van de laatste drie collecties van Dorhout Mees werd getoond op de Eregalerij. De modellen werden bijgestaan door verschillende muzikanten en een zangeres, die een prachtige droomwereld creëerden tussen de grootmeesters in de kunst.

Beelden: Peter Stigter via Waldorf Salon en Rijksstudio

Geplaatst op: July 14th, 2014
Categorieën: Fashionweek, Media, Mode, Museum, Nieuws, Report

Museum report: Step in the world of Iris

Ze studeerde zes jaar geleden af en nu al is Iris van Herpen (1984) een van de grootste modeontwerpers van Nederland. En hoewel er vorig jaar al een tentoonstelling in het Centraal Museum werd georganiseerd met werk van Van Herpen, doet het Groninger Museum daar nu een schepje bovenop met een solotentoonstelling.

Iris van Herpen is pas een paar jaar bezig en toch al een grote naam in de mode-industrie. Tijdens haar studie aan de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem liep Iris stage bij Alexander McQueen in Londen. In 2007, een jaar na haar afstuderen startte ze haar eigen modelabel. Vanaf toen ging het snel; er volgden shows in Parijs, Londen en natuurlijk Amsterdam. Lady Gaga is een groot fan en ook zangeres Björk wordt gespot in een ontwerp van Van Herpen. Toonaangevende modetijdschriften als Vogue, Número en Harper’s Bazaar staan in de rij. En hoewel Iris van Herpen pas net begonnen is (ze noemt zichzelf nog een ‘groentje’), is haar werk al vaak genomineerd en geprezen. Zo won ze al verscheidene prijzen: de Mercedes-Benz Dutch Fashion Award, Dutch Fashion Incubator Awards, Dutch Accessory Awards, de Dutch Designer Awards (RADO) en de Dutch Media Awards. Haar 3D-jurk werd door Time Magazine uitgeroepen tot één van de beste vijftig uitvindingen van het jaar.

Een plens
Een opvallende modeontwerper is ze zeker. Op unieke wijze combineert Iris van Herpen verschillende technieken in haar werk. Traditioneel vakmanschap en noest handwerk gaan samen met innovatieve technieken. Ze begon met fijne, handgemaakte bewerkingen van metaal en leer. Wat krijg je dan? Jurken die deden denken aan half vergaan hout, skeletten en insecten. Nu print ze 3D-jurken en bewerkt ze leer in dunne reepjes met een porselein-look. En voor haar collectie Crystalisation (2010) bootste ze een plens water na, die over je heen komt. Simpelweg door met veel geduld een plaat plastic met een föhn in de juiste vorm te boetseren. Uitgangspunt voor haar werk; ‘een vorm van zelfexpressie, waarbij associaties en fascinaties over de werkelijkheid van alledag vertaald worden naar een collectie’. Zo werden de roompluimen bij de Botlek (Havengebied bij Rotterdam, red.) inspiratie voor haar collectie Smoke. Voor de draagbaarheid hoef je het niet te doen, maar de nieuwe silhouetten zijn zeer indrukwekkend. Veelal grote schouderpartijen met ingewikkelde structuren en rokken met volumineuze vormen. Sculpturen die organisch en futuristisch aan doen.

Kronkels
De sterke sculpturen krijgen de meeste aandacht in het Groninger Museum. In Utrecht lag die aandacht anders; daar werden werk en inspiratie van Van Herpen vergeleken met de eigen collectie van het museum. Gelukkig is er in Groningen wel veel aandacht voor de kleding. In zeven zalen maar liefst, waar kale poppen de kledinghangers zijn van Iris’ werk. Een zwarte jurk bestaande uit ronde buisjes plastic die nauwkeurig aan elkaar geregen zijn en samen een kronkelend geheel vormen op de pop. Of het mooie in punten uitlopende jurkje van plexiglas. Verderop een ingewikkeld vlechtwerk van reepjes leer, een korset met indrukwekkend hoge mouwtjes, eveneens van gevlochten leer. En ook heel prachtig; de gevouwen kragen van roomwitte stof die de halslijn en schouders bedekken, waar een schelp het uitgangspunt voor was. Met trends heeft het niets te maken, deze collecties staan op zichzelf. Zoals haar collectie Radiation Invasion, waar Iris onzichtbare straling en signalen voor telecommunicatie als uitgangspunt nam. Met leer mouleerde ze rond de pop, zodat er een gelaagde kronkelende structuur ontstond, die de straling verbeelde. Iedere collectie heeft een eigen thema of verhaal.

Catalogus
Naast de kledingstukken ook foto’s van Bart Oomes, die haar werk fotografeerde. Zonder poppen of modellen, zonder opsmuk. Hierin staat het ontwerp centraal, als een autonoom kunstwerk. Door mooie belichting en belijning even mooi als de ontwerpen zelf. Gelukkig zijn de foto’s ook terug te zien in de prachtige catalogus (het eerste boek over het werk van Iris), begeleid door een essay van mode journalist Jean Paul Cauvin.

Verdieping
Een solotentoonstelling van zes jaar portfolio, kan dat? Ja, met Iris kan dat. Maar toch mist er iets in Groningen. Zo werd er geen aandacht besteed aan de samenwerkingen met andere ontwerpers, zoals die met schoenenmerk United Nude. En door de statische opstelling bleef het voor een modeleek gissen naar de verhalen achter haar collecties. Een projectie van shows dan wel interviews met Iris hadden de boodschap beter overgebracht. Ook waren schetsen en andere inspiratiebronnen een interessante verdieping geweest op het tentoongestelde werk. Over de tentoonstellingen zei de ontwerpster zelf: “in Utrecht heb ik vooral laten zien hoe het allemaal begint, hier het resultaat”. Ze wilde de overlap zoveel mogelijk vermijden. Toch jammer, want bij een solotentoonstelling wil je alles weten, van begin tot eind. Een stap in de wereld van Iris, maar hopelijk kunnen we de volgende keer wat langer ronddwalen.



De eerste solotentoonstelling van Iris van Herpen is nog tot 23 september te zien in het Groninger Museum.

Geplaatst op: July 25th, 2012
Categorieën: Media, Mode, Museum, Nieuws, Report

Backpackersstyle: back to basic

 

Een wereldreis is niet bedoeld om modieus voor de dag te komen. Met slechts 18 kg op je rug op je rug is er geen plaats voor een LBD of een paar killerheels. Natuurlijk zijn er altijd (veelal Britse) dames die de Australische kust met een knalroze koffer (lees: maat zeilschip) bereizen, maar die worden als reizigsters amper serieus genomen met hun stijl- en wimperkrultangen. Als je maanden op reis bent, leef je basic.

Je staat er versteld van hoe weinig 18 kg in je backpack eigenlijk voorstelt. Het meeste gewicht gaat op aan shampoo, zonnebrand en andere flesjes. Ook je Lonely Planet is geen veertje. En dan natuurlijk; je kleren. Met een reis van een paar maanden voor de boeg moet je op ieder weertype voorbereid zijn en dat betekent: laagjes, laagjes, laagjes. Een kleine opsomming van de kledingstukken waar ik mij vier maanden mee vermaakt heb: een jeans, legging, twee shorts, twee rokjes, vestje, een hoody, drie shirtjes, drie hemdjes, een fleecetrui (niet sexy maar zo handig), een regenjas, een sjaal, sokken, ondergoed en drie bikini’s. That’s it. Ik herhaal: that’s it. Ik kan het me zelf ook amper voorstellen, want zelfs mijn beste vrienden hebben mij nog nooit in een zelfde outfit betrapt. Vaak werd mij gevraagd: “neem je geen hakken mee? Laat je ze echt thuis? Jij?!” Ja echt, ik liet ze thuis. Vier maanden en tien dagen liep ik afwisselend op slippers, ballerina’s en –onmisbare en ontzettend sexy- bergschoenen. En vooral op blote pootjes.

Deed ik dan helemaal niks ‘fashionables’ de afgelopen maanden? Jawel. De enige tick die ik niet kon afleren: nagellak. Na een week naturel over het Australische strand te hebben getrippeld kon ik niet anders dan de meest onnatuurlijke kleur op mijn nagels te smeren: fluoriserend oranje. Misstaat zeker niet bij gebruine voetjes in paradijslijk wit zand. Feest aan mijn voeten. Heerlijk! Slippertjes aan en gaan!

Anyway, na maanden met dezelfde shirtjes en shorts begon het toch wel te kriebelen. De jurkjes in modieuze Australische winkels keken mij smachtend aan en ook een paar killerheels kon ik amper weerstaan. En na bijna vijf maanden ben ik weer thuis en mag ik me weer in mijn Filippa K dress hijsen, voorzien van mijn prachtige Italiaanse peeptoes. Geen fijner gevoel dan een vrouwelijk jurkje met killerheels. Maar toch…  af en toe verlang ik nog even naar die simpele afgeragde teenslippers met backpackersvoetjes, oranje nageltjes met een pleister om mijn teen. Want wat was het geweldig…

Geplaatst op: May 30th, 2012
Categorieën: Human Interest, Lifestyle, Media, Mode, Report

Arnhem Modebiënnale 2011: Modetuin

Geplaatst op: June 30th, 2011
Categorieën: Fotografie, Mode, Modebiënnale, Report

Modebiënnale preview: Klavers van Engelen

Vier jaar geleden was ik voor het eerst op de Modebiënnale. Ik weet nog goed dat ik de Steenfabriek binnenliep (een van de locaties), waar de vloer onder was gedompeld in een laag waspoeder. Daarboven hingen de paspoppen, met deelnemende ontwerpers. Bij een ontwerp bleef ik staan, het was te mooi om weg te lopen. Een glanzende blauwe stof, fijn en transparant, zigzaggend gevouwen tot er kragen verschenen die deden denken aan een middeleeuwse molensteenkraag. Pas na een tijdje liep ik verder. Een nieuwe ontwerp van sensuele soepele stof, met dezelfde prachtige molensteen-techniek. Het kaartje zei ‘Klavers van Engelen’. Toen wist ik nog niets van deze ontwerpers. Maar ik wist wel dat ik dit nog nooit eerder tegen was gekomen en dat ik het prachtig vond.

Tijdens de tentoonstelling ‘Gejaagd door de Wind’ in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen liep ik niet over waspoeder, maar door een blauwe tunnel van stof. De Nederlandse modewereld en de relatie met de Nederlandse klederdracht stonden hierbij centraal. Voor deze tentoonstelling bouwde Klavers van Engelen de installatie ‘Overboord’, als verwijzing naar de bruisende zee, de wind en de lucht, die zo typisch voor Nederland zijn.

Een Modebiënnale later waren deze ontwerpers ook van de partij. Hun werk was toen te zien in het ‘Klavers van Engelenhuis’. In een grote donkere ‘box’ werden poppen van binnenuit belicht, waar door ze bijna transparant leken. Naast de molensteenkragen was er nog meer aandacht voor de adembenemende draperieën, in heldere kleuren als geel, groen en roze. Een kleurenexplosie gehuld in de mysterie van anonimiteit. De nadruk lag op de constructie en het ontwerp. Even waande ik me in de wereld van Klavers van Engelen, waar alles geel, groen en roze was.

De laatste jaren heb ik dit ontwerpersduo gevolgd en iedere keer werd ik weggeblazen door hun prachtige creaties en installaties. Gelukkig komen ze dit jaar weer terug op de Modebiënnale. Wat zal het deze keer worden?

Eerder verschenen op www.moba.nu 

Geplaatst op: June 8th, 2011
Categorieën: Mode, Modebiënnale, Publicatie, Report