Deze week sta ik in de Nieuwe Revu! Dit zei ik over Olcay Gulsen…
Deze week sta ik in de Nieuwe Revu! Dit zei ik over Olcay Gulsen…
Een wereldreis is niet bedoeld om modieus voor de dag te komen. Met slechts 18 kg op je rug op je rug is er geen plaats voor een LBD of een paar killerheels. Natuurlijk zijn er altijd (veelal Britse) dames die de Australische kust met een knalroze koffer (lees: maat zeilschip) bereizen, maar die worden als reizigsters amper serieus genomen met hun stijl- en wimperkrultangen. Als je maanden op reis bent, leef je basic.
Je staat er versteld van hoe weinig 18 kg in je backpack eigenlijk voorstelt. Het meeste gewicht gaat op aan shampoo, zonnebrand en andere flesjes. Ook je Lonely Planet is geen veertje. En dan natuurlijk; je kleren. Met een reis van een paar maanden voor de boeg moet je op ieder weertype voorbereid zijn en dat betekent: laagjes, laagjes, laagjes. Een kleine opsomming van de kledingstukken waar ik mij vier maanden mee vermaakt heb: een jeans, legging, twee shorts, twee rokjes, vestje, een hoody, drie shirtjes, drie hemdjes, een fleecetrui (niet sexy maar zo handig), een regenjas, een sjaal, sokken, ondergoed en drie bikini’s. That’s it. Ik herhaal: that’s it. Ik kan het me zelf ook amper voorstellen, want zelfs mijn beste vrienden hebben mij nog nooit in een zelfde outfit betrapt. Vaak werd mij gevraagd: “neem je geen hakken mee? Laat je ze echt thuis? Jij?!” Ja echt, ik liet ze thuis. Vier maanden en tien dagen liep ik afwisselend op slippers, ballerina’s en –onmisbare en ontzettend sexy- bergschoenen. En vooral op blote pootjes.
Deed ik dan helemaal niks ‘fashionables’ de afgelopen maanden? Jawel. De enige tick die ik niet kon afleren: nagellak. Na een week naturel over het Australische strand te hebben getrippeld kon ik niet anders dan de meest onnatuurlijke kleur op mijn nagels te smeren: fluoriserend oranje. Misstaat zeker niet bij gebruine voetjes in paradijslijk wit zand. Feest aan mijn voeten. Heerlijk! Slippertjes aan en gaan!
Anyway, na maanden met dezelfde shirtjes en shorts begon het toch wel te kriebelen. De jurkjes in modieuze Australische winkels keken mij smachtend aan en ook een paar killerheels kon ik amper weerstaan. En na bijna vijf maanden ben ik weer thuis en mag ik me weer in mijn Filippa K dress hijsen, voorzien van mijn prachtige Italiaanse peeptoes. Geen fijner gevoel dan een vrouwelijk jurkje met killerheels. Maar toch… af en toe verlang ik nog even naar die simpele afgeragde teenslippers met backpackersvoetjes, oranje nageltjes met een pleister om mijn teen. Want wat was het geweldig…
Op de fashion blog A Shaded View on Fashion heeft Marcelo Horacio Maquieira geschreven over mij en mijn examenwerk!
Vier jaar geleden was ik voor het eerst op de Modebiënnale. Ik weet nog goed dat ik de Steenfabriek binnenliep (een van de locaties), waar de vloer onder was gedompeld in een laag waspoeder. Daarboven hingen de paspoppen, met deelnemende ontwerpers. Bij een ontwerp bleef ik staan, het was te mooi om weg te lopen. Een glanzende blauwe stof, fijn en transparant, zigzaggend gevouwen tot er kragen verschenen die deden denken aan een middeleeuwse molensteenkraag. Pas na een tijdje liep ik verder. Een nieuwe ontwerp van sensuele soepele stof, met dezelfde prachtige molensteen-techniek. Het kaartje zei ‘Klavers van Engelen’. Toen wist ik nog niets van deze ontwerpers. Maar ik wist wel dat ik dit nog nooit eerder tegen was gekomen en dat ik het prachtig vond.
Tijdens de tentoonstelling ‘Gejaagd door de Wind’ in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen liep ik niet over waspoeder, maar door een blauwe tunnel van stof. De Nederlandse modewereld en de relatie met de Nederlandse klederdracht stonden hierbij centraal. Voor deze tentoonstelling bouwde Klavers van Engelen de installatie ‘Overboord’, als verwijzing naar de bruisende zee, de wind en de lucht, die zo typisch voor Nederland zijn.
Een Modebiënnale later waren deze ontwerpers ook van de partij. Hun werk was toen te zien in het ‘Klavers van Engelenhuis’. In een grote donkere ‘box’ werden poppen van binnenuit belicht, waar door ze bijna transparant leken. Naast de molensteenkragen was er nog meer aandacht voor de adembenemende draperieën, in heldere kleuren als geel, groen en roze. Een kleurenexplosie gehuld in de mysterie van anonimiteit. De nadruk lag op de constructie en het ontwerp. Even waande ik me in de wereld van Klavers van Engelen, waar alles geel, groen en roze was.
De laatste jaren heb ik dit ontwerpersduo gevolgd en iedere keer werd ik weggeblazen door hun prachtige creaties en installaties. Gelukkig komen ze dit jaar weer terug op de Modebiënnale. Wat zal het deze keer worden?
Eerder verschenen op www.moba.nu